Bijlage 1

Auteur(s):

Bijlage 1 DSM-IV-TR criteria depressie met atypische kenmerken

De specificatie depressie met atypische kenmerken kan gebruikt worden als deze kenmerken op de voorgrond staan tijdens de laatste twee weken van een depressieve episode van een depressieve stoornis of van een bipolaire I- of II-stoornis, als de depressieve episode de laatste stemmingsepisode is, of als deze kenmerken op de voorgrond staan tijdens de laatste twee jaar van een dysthyme stoornis.

A. Reactiviteit van de stemming (dat wil zeggen de stemming klaart op in reactie op feitelijke of potentieel positieve gebeurtenissen).

B. Twee (of meer) van de volgende kenmerken:

  • significante gewichtstoename of toegenomen eetlust;
  • hypersomnia;
  • dodelijke moeheid (bijvoorbeeld gevoel alsof armen en benen loodzwaar zijn);
  • langdurig aanwezig patroon van overgevoeligheid voor intermenselijke afwijzing (niet beperkt tot de episodes van de stemmingsstoornis) wat leidt tot significante sociale of beroepsmatige beperkingen.

C. In dezelfde episode wordt niet voldaan aan de criteria voor ‘met melancholische (vitale) kenmerken’ of ‘met katatone kenmerken’.

Onderverdeling

Er zijn minstens twee soorten atypische depressie:

  • V-type
    Vegetatieve verschijnselen: hypersomnie (overmatige slaap en slaperigheid), hyperfagie (overmatige eetlust), lethargie (dodelijke moeheid) en een omgekeerde dagschommeling (naarmate de dag vordert, verslechtert de stemming)
  • A-type
    Gegeneraliseerde angst, paniekaanvallen en/of fobische symptomen.
Naar boven